Corona heeft het toerisme in steden op zijn kop gezet. De lege straten en pleinen nodigden uit om na te denken hoe we omgaan met grote bezoekersaantallen. Gaan we in de toekomst op oude voet verder of willen we verandering? Ko Koens, lector New Urban Tourism en lab lead van het ULT-lab in Rotterdam, pleit voor het laatste. In zijn lectorale rede van 2 juni schetst hij de mogelijkheden van een radicaal andere kijk. Zie toerisme als integraal onderdeel van meerdere processen die steden beter kunnen maken. Samen met studenten onderzoeken we in de praktijk de mogelijkheden.
Ko Koens’ lectorale rede over het reframen van stedelijk toerisme
Ko spreekt zijn rede uit op een symbolisch moment en op een symbolische plek. Achter hem bieden de ramen van BlueCity, een hub voor pioniers in circulaire economie, uitzicht op het centrum van zonnig Rotterdam dat ontwaakt uit de lockdown. Uit binnen- en buitenland zijn de ogen op de kersverse lector gericht – online of ten minste op 1,5 meter afstand. We hebben te maken met corona, maar we kijken ook weer vooruit. Hoe kan toerisme zich weer gaan ontwikkelen? Ingeleid door moderator Samira Ben Messaoud, neemt Ko ons mee in zijn blik naar de toekomst.
Radicale verandering
“De behoefte aan verandering van het toerisme in steden is groot”, signaleert Ko. “Ik heb veel visies voorbijzien komen, maar heel weinig strategieën en plannen. Dan zal het niet verbazen dat we snel zullen terugvallen in het oude patroon.” Ko pleit voor een radicale, systemische verandering waarin toerisme een positieve impact op steden kan hebben. “Hiervoor is een holistische blik nodig waarin je toerisme beschouwt als een integraal onderdeel van de stad. Hiermee openen we een nieuwe deur naar een nieuw perspectief om steden beter te maken.”
Meer dan economie
Zo’n radicale verandering van stedelijk toerisme is niet eenvoudig van de grond te krijgen, waarschuwt Ko. “Toerisme wordt namelijk vaak gezien als een aparte sector die losstaat van de stedelijke omgeving, terwijl stakeholders juist met elkaar moeten samenwerken om samen iets goeds voor de stad te ontwikkelen. Bovendien willen veel stakeholders behouden wat er is en zijn bedrijven nu vooral bezig te overleven in deze crisis.” Toch is deze verandering de strijd waard. “Want toerisme wordt nu te zeer vanuit economische waarde bezien. Wat levert het de stad op? Terwijl niet iedereen in de stad profiteert. Bovendien dreigen steden een commodity te worden waarvoor je moet betalen.”
Hyperlokale blik
Zie je toerisme als een integraal deel van de stad dat meer dan alleen economische waarde genereert, dan kunnen er mooie initiatieven ontstaan, zoals een publieke ruimte Superkilen in Kopenhagen waar vluchtelingen, bewoners en toeristen elkaar ontmoeten. “In wezen zijn toeristen en bewoners niet verschillend. Ook als bewoner ben je soms een toerist in eigen stad. Kijk hoe je die stromen van bezoekers en bewoners kunt samenbrengen, wat de impact is. Doe dat hyperlokaal, want dat maakt het vraagstuk, dat door politiek en botsende belangen complex genoeg is, behapbaarder.”
Urban living labs
Een pasklaar stappenplan om tot een nieuw soort stedelijk toerisme te komen heeft Ko niet. “Snelle oplossingen zijn er niet. Wat ik wel weet, is dat je met de vraagstukken in de praktijk aan de slag moet samen met alle betrokkenen. ‘Geen woorden maar daden’, zoals we in Rotterdam zeggen. Met de Urban Leisure & Tourism Labs van Hogeschool Inholland in Amsterdam en Rotterdam zijn we daar al mee bezig. Samen met lokale stakeholders én studenten. Zo leren we allemaal van elkaar en maken we met elkaar de stad. Hopelijk vinden we daarmee ook opnieuw nieuw, stedelijk toerisme uit.”
Het gehele artikel over de lectorale rede van Ko Koens verscheen op de website van Inholland en is daar verder te lezen.
Fotografie: Joyce de Vries.
18 juni 2021