5 vragen aan Roos…
Wat heb je gestudeerd?
Ik heb Stadssociologie gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam en Communicatie aan de Haagse Hogeschool. Mijn masters ging ruim 20 jaar geleden over bewoners van Amsterdam & hun attitude jegens toerisme en toeristen en samen met studenten buig ik me nog steeds over deze en aanpalende thema’s.
Wat voeg jij toe aan de leergemeenschap die het lab is?
Het verbinden met de community, zowel in Amsterdam-Noord als daarbuiten. Ik breng een heel netwerk binnen van bewoners, bedrijven en beleidsmedewerkers. Ik woon zelf ook in Noord dat scheelt natuurlijk ook. Daarnaast vaar ik ook op intuïtie, dat merk ik vaak pas later, dat ik heel erg afga op mijn gevoel. Dat komt deels natuurlijk ook vanuit mijn werk als socioloog. Ik heb mezelf ook wel eens vergeleken met een spons, omdat ik heel veel dingen opneem via alle zintuigen. Ik deel mijn kennis over het vakgebied vrije tijd, toerisme, stedelijke ontwikkeling. Ik vind visieontwikkeling heel belangrijk, ik kijk altijd naar de toekomst. En schrijven, ik publiceer zowel wetenschappelijk als praktijkgericht. Verder ben ik goed in gestructureerd werken en reflecteren: wat hebben we nu geleerd?
Wat is je lievelingsplek in Amsterdam-Noord?
Twee plekken, mag dat ook? Ik zou willen zeggen bij het Hamerkwartier, het uitkijkpunt over het IJ. Met een beetje fantasie kun je er het Sluis punt (Noot van de redactie: puntje van het Sluisbuurt eiland) zien liggen. Het is een heel mooi stuk aan het water. En ook Pllek. Er is een heel mooi lied over Noord: ‘Aan de zonzijde van het IJ’. Het leuke is dat Noord ’s avonds in de zon ligt.
Maak deze zin af: vrije tijd en recreatie betekenen voor mij…
… vrijheid, opladen, connectie met anderen, met de natuur en met mezelf. En het betekent ook luxe – in heel veel andere landen is dit een vraag die niet relevant is.
Welke dingen zijn volgens jou belangrijk voor een positieve ontwikkeling van de sector toerisme, recreatie en events?
Uiteraard het voorbijgaan van Covid; dat we ons weer vrij kunnen bewegen, dat er geen angst meer is. Dat is hopelijk op redelijk korte termijn, 2021. En dat er weer een soort van prettige en gezonde balans komt. Aan de ene kant zou het zo fijn zijn dat er weer van alles te doen is, en tegelijkertijd zal dat ook heel veel irritatie opleveren. Het zou mooi zijn dat – zodra het weer kan – we met z’n allen meer rekening houden met de situatie. Ik zou de lat dan nog wat hoger willen leggen voor het lab: dat we vrije tijd en toerisme kunnen gebruiken als een strategie voor positieve verandering op het gebied van klimaatverandering, inclusiviteit, minder eenzaamheid, minder armoede.
