Hoe diep ben je bereid te gaan om #participatie en #codesign een kans te geven? Het zijn woorden die graag gebruikt worden in hoger onderwijs, maar ook bij beleid- en gebiedsontwikkeling. Het antwoord is: diep. Heel diep.

Een veel gebruikte vorm daarvoor zijn #livinglabs, plekken waar onderzoek, praktijk en onderwijs samen komen in een plek waar gewerkt wordt aan maatschappelijke uitdagingen. Waar met buurtbewoners, ondernemers en ambtenaren wordt gewerkt aan ideeën. En na enkele jaren experimenteren ben ik nog steeds even enthousiast.

Maar….ook kritisch. Met Ko Koens, Janneke Vervloed, Roos Gerritsma en Donagh Horgan van ARC Research Center van #Inholland schreven we een tijdje geleden over onze ervaringen. En juist die eerlijkheid lijkt een snaar te raken, want deze pape deze paper gaat ‘hard’.

We concluderen dat het potentieel van living labs niet overschat moet worden. Het kost jaren (!) en bloed, zweet en tranen, voordat het goed werkt en er voldoende vertrouwen is opgebouwd onder stakeholders. En wat je dan krijgt zijn geen “solutions”. Nope. Blijkt keer op keer net iets ingewikkelder te zijn. Valt dat even tegen….

En dat is niet erg! Want er ontstaan wel nieuwe relaties, nieuwe perspectieven en wederzijds begrip. Het potentieel van living labs ligt niet in het bedenken van panklare oplossingen, maar als plek voor collectieve #sensemaking van tegenstrijdige belangen, waarbij niemand het eens is over de gewenste toekomst. Gaandeweg ontstaan er netwerken rondom een topic, met mensen die in actie komen. Kost een jaartje of wat, maar je leert veel. Over het thema, over participatie , over co-eigenaarschap, over #designdoing. Zeg maar #slowresearch. Even wennen, maar ik hou er van. Complexe vraagstukken moet je de tijd geven. Als het simpel was geweest, dan was het allang “opgelost”.